Aanhoudende droogte, het is (samen met extreem natte periodes) één van de grootste nachtmerries van de moestuinier. Hoe kan je je moestuin beschermen tegen droogte? En is het mogelijk om hierbij ook rekening te houden met de natuur?
Wie liever luistert dan leest, kan een groot deel van onderstaande info beluisteren in aflevering 4 van onze podcast ‘De Moestuintweeling’.
Hoe kan je water geven zonder verspilling?
We hebben allemaal dezelfde reflex bij aanhoudende droogte: onze plantjes water geven. Sommige mensen sproeien zelfs hun gazon, maar daar gaan wij hier geen reclame voor maken. We zoeken naar een ecologische oplossing om toch zo veel mogelijk van onze oogst te redden.
Hoe vaak moet je je plantjes water geven?
Je moestuin heeft echt niet dagelijks water nodig, ook al lijkt de bodem uitgedroogd. De natuur is geen kasplantje: ze heeft zo haar eigen methodes om met droogte om te gaan. Als de oppervlakte droog is, gaan planten dieper in de grond op zoek naar water. De wortels groeien hierdoor beter, wat sterkere planten veroorzaakt. Geef je plantjes dus de kans om sterk en weerbaar te worden door ze slechts om de vier à zeven dagen water te geven.
Er zijn wel enkele uitzonderingen op deze regel, bijvoorbeeld als je pas gezaaid hebt (zie hieronder), of als je moestuiniert in bakken op je terras. Dan wordt wel aangeraden om dagelijks te gieten.
Maar hoe weet je nu of je inderdaad voldoende water geeft?
Help, mijn plantjes laten hun blaadjes hangen
Er bestaat een manier om te ontdekken of je planten nood hebben aan een extra gietbeurt. Bij warm en droog weer gaan planten overdag inderdaad hun blaadjes laten hangen. Dit is een zelfverdedigingsmechanisme dat ervoor zorgt dat er minder water gaat verdampen via hun bladeren. En dus is het net goed dat ze dat doen, ook al lijkt het voor jou misschien dat ze aan het uitdrogen zijn.
Wanneer ze dan wel te hard lijden onder de droogte? Als de blaadjes ook ’s morgens in de vroegte nog slap hangen. Dán is het hoog tijd om hen uit hun lijden te verlossen en je planten wat extra water te geven.
Wanneer geef je je moestuin best water?
Op welk uur van de dag geef je je moestuin best water? Zeker niet wanneer de zon op z’n hoogst staat, want dan lopen je planten het risico om te verbranden. ’s Ochtends of ’s avonds dus, en je mag zelf kiezen welk van de twee momenten jouw voorkeur geniet.
- ’s Ochtends zie je het best welke planten dorst hebben. Bovendien brandt de zon nog niet te fel. Het nadeel van ’s morgens gieten, is dat het water sneller verdampt dan wanneer je ’s avonds giet.
- Als je ’s avonds giet, verdampt het water niet meteen en krijgt de bodem een hele nacht de tijd om het water op te nemen. Een nadeel van ’s avonds gieten is dat je planten net te lang nat staan, wat een groter risico op schimmel met zich meebrengt.
Pas gezaaid? Wees gul met water
We vermeldden het daarnet al even: als je pas gezaaid hebt, telt de vuistregel van om de vier tot zeven dagen gieten niet. Zaadjes die nog moeten kiemen, hebben aan de oppervlakte water nodig tot ze wortels hebben om zelf dieper in de grond op zoek te gaan naar water.
Houd de evolutie van je plantjes na het zaaien dus goed in de gaten om je watervoorraad efficiënt en verantwoord in te zetten. Zo lang de zaadjes niet kiemen, geef je ze best dagelijks water. Zodra ze beginnen te kiemen, kan je het gieten geleidelijk aan afbouwen.
Een voorkeur voor lokaal gieten
Heel wat sproeitechnieken bewateren de volledige bodem van je moestuin, en misschien zelfs nog een stuk van het grasveld rondom. Op die manier verspil je heel wat water. Het is ecologischer om alleen de plantjes die je staan hebt, water te geven. Sproeien met de gieter dus, ook al is dat een pak arbeidsintensiever.
De druppelslang van Marijke
Marijke gebruikt een druppelslang om haar moestuin water te geven. Ze werkt hiervoor met vertakkingen, waardoor er in het midden van elk van haar bedden een druppelslang ligt. Ze vindt dit heel handig: ze hoeft alleen de kraan open te zetten en al haar plantjes krijgen water.

De druppelslang is handig om algemeen haar moestuin water te geven (eens in de week bijvoorbeeld), maar plantjes met speciale zorgen moet ze natuurlijk nog steeds handmatig water geven, zoals wanneer ze net gezaaid heeft.
Een druppelslang is niet de meest ecologische manier van bewateren, omdat je niet je plantjes, maar je moestuinbedden water geeft. Sowieso is het wel ecologischer dan een sproeier. En aangezien Marijke haar stuk grond toch heel dicht beplant en er dus overal wel plantjes staan, verspilt ze toch niet zo veel water met deze methode.
Water geven met de gieter
Carolien geeft tot op de dag van vandaag haar plantjes water met de gieter. Niet echt uit ecologische redenen, want eigenlijk overweegt ze ook om net als haar zus een druppelslang te kopen. Het is er gewoon nog niet van gekomen. Toch is water geven met de gieter wel de meest ecologische manier: je kiest helemaal zelf waar je water naartoe gaat, en hoeveel water je geeft aan welke plant.
Alleen is het erg tijdrovend. Als je weet dat je best ’s ochtends je moestuin giet voordat de felste zon op je moestuin staat, begrijp je misschien dat het best een vroege dag kan worden met zo’n arbeidsintensieve manier van bewateren. Carolien las ook ergens dat je wekelijks minimaal 30 liter water per vierkante meter moet geven, dus daar ben je wel zoet mee als je een gieter gebruikt waar zo’n 10 liter per keer in kan.

Mulch voorkomt uitdroging
Wij zijn allebei grote fan van mulchen. Niet alleen in droge periodes, maar het hele jaar door. Mulch helpt namelijk niet alleen tegen uitdroging, maar ook tegen onkruid.
Wat is mulch?
Mulch is elke vorm van organisch materiaal waarmee je je bodem bedekt. Basisvoorwaarde om organisch materiaal als mulch te gebruiken, is dat het in een traag tempo composteert. Vaak worden gras, bladeren of boomschors als mulch gebruikt. Ook compost is trouwens mulch, dus dat kan ook.
Welke mulch gebruiken wij?
Carolien gebruikt hoofdzakelijk gras en mos als mulch. Dit legt ze tussen de 5 en 10 cm dik op haar moestuinbedden. Ze heeft een grote tuin met nog redelijk veel gras. En mos, want in tegenstelling tot veel Vlamingen vindt Carolien niet dat een gazon enkel uit gras moet bestaan. In de schaduwrijke plekken laat ze het mos vrij groeien, en de rest van haar gazon is allesbehalve onkruidvrij. Ze heeft geen grasperk, maar een groenperk. En af en toe geel, als er bijvoorbeeld paardenbloemen groeien, of andere kleuren.
Omdat een deel van Caroliens gazon bedoeld is als speeltuin voor de kinderen, maait haar partner vanaf de lente het gras steeds korter. Net op tijd om Caroliens moestuin van een nieuwe mulchlaag te voorzien na de winter.
Is het gras op? Dan doet Carolien beroep op gehakseld hout als mulch. Dat hout is afkomstig van de bomen, de struiken en de bamboe uit haar tuin.
Marijke gebruikte vroeger ook gras, maar ze merkte dat dit gras ging samenkoeken en uiteindelijk geen water meer liet doorsijpelen naar de bodem. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn! Carolien heeft dankzij haar waterdoorlatende zandbodem geen last van samenkoekend gras. Marijke met haar kleigrond wel, en dus ging ze op zoek naar alternatieven: in een deel van haar tuin laat ze het gras zo hoog groeien, dat het bijna hooi wordt. Nadat ze het met de bosmaaier afgemaaid heeft, gebruikt ze dit als mulch op haar moestuin. Soms wordt het hooi eerst nog door de kippen gebruikt en gooit Marijke het pas daarna op haar bedden. De kippenkak moet ze er dan bijnemen, maar ook dat is organisch materiaal, dus ziet ze dat net als meerwaarde: extra compost.
Waarom mulchen tegen droogte?
Velt ontdekte tijdens een onderzoek dat mulch een niet te onderschatten invloed heeft op de grondtemperatuur: bij een luchttemperatuur van 35° gingen de onderzoekers op verschillende plaatsen de grondtemperatuur meten:
- Op een bodem zonder mulch bedroeg de grondtemperatuur zo’n 50°C.
- Lag er een stro-achtige mulchlaag van 2 cm, dan was de grondtemperatuur zo’n 30°C.
- Bij een laag mulch van 10 cm stro bedroeg de grondtemperatuur amper 23°C.
De bodemtemperatuur is natuurlijk niet het hele verhaal. Mulch zorgt er ook voor dat de regendruppels niet hard inslaan op de bodem. Zo krijgen ze rustig de tijd op in te sijpelen in de bodem.
Last but not least: doordat de bodem niet of amper wordt blootgesteld aan de zon, verdampt het water veel minder. Dat zorgt ervoor dat de bodem minder snel uitdroogt dan wanneer die wél blootgesteld zou zijn aan de zon. Gevolg: je moet je moestuin veel minder water geven!

Je tuin voorbereiden op droogte
Gebrek aan water is een reëel probleem in periodes van grote droogte, zeker wanneer er een algemeen oppompverbod geldt. Dit verbod komt er wanneer het grondwater te laag staat, en gaat dus altijd gepaard met een droogteperiode.
Dus kan je maar beter je eigen watervoorraad opvangen. Dat kan in een regenwaterput of in bij moestuiniers en bij boeren erg populaire IBC-containers. Of in een goede oude regenton. Carolien, die het voorlopig moet stellen met een zestal regentonnen, stelt zich de vraag of we met die massale wateropslag geen vicieuze cirkel aan het creëren zijn: als we al het water in putten, containers, tonnen en leidingen gaan steken, dan zit dat water vast: het water zit niet in de bodem én het circuleert niet in de natuur, waardoor er minder regen valt. Volgens Marijke loopt het allemaal zo’n vaart niet: zij heeft een regenput van 5000 liter en twee IBC-containers van elk 1000 liter. Ze vangt dus maximum 7000 liter water op. Voor een tuin van 3000 m² valt dat wel mee: kans genoeg dus voor de bodem om het regenwater zelf op te slaan.
Wat wél een boosdoener is wanneer het over bodemwater gaat, zijn terrassen, opritten, en andere verharde stukken grond. We willen daarom een oproep doen om zo veel mogelijk te ontharden. Doe je het niet voor de natuur, doe het dan voor jezelf: veel groen zorgt voor koelte in de zomer. Hoe meer steen je hebt, hoe warmer het zal zijn in je tuin. Wie (een deel van) zijn tuin onthardt, kan dit trouwens registreren voor het Vlaams Kampioenschap Tegelwippen. Misschien doet jouw gemeente ook wel mee?
Je moestuin beschermen tegen droogte: extra tips
Leg wandelpaadjes aan
Loop niet op je moestuinbedden. Door erop te lopen, duw je de grond plat. Harde aarde laat het water minder goed door dan losse grond; het water stroomt gewoon van je bedden. Leg daarom wandelpaadjes aan tussen je moestuinbedden. Die paadjes zijn liefst onverhard, ofwel verhard maar waterdoorlatend. Caroliens wandelpaadjes zijn met klinkers gemaakt, en Marijke gebruikte bakstenen voor paadjes die toch nog waterdoorlatend zijn.
Zorg voor schaduw
Creëer extra schaduw, bijvoorbeeld met een parasol of schaduwdoek. Je hebt misschien al natuurlijke schaduw door klimbonen of erwten, door zonnebloemen of andere hoge planten, maar in een periode van grote droogte kan extra, kunstmatige schaduw toch helpen om je bodem tegen uitdroging te beschermen. Minder direct zonlicht op de bodem betekent namelijk minder verdamping.
Sla aan het schoffelen
Als je om één of andere reden niet kan mulchen, kan je bij extreme droogte best schoffelen. De kleine kanaaltjes in de aarde, gevormd door allerlei bodemleven, helpen water dieper de grond in te doen sijpelen. Maar omgekeerd zorgen ze er ook voor dat het water gemakkelijker verdampt. Door gewoon de bovenlaag van je moestuin wat te schoffelen, verbreek je de kanaaltjes en beperk je de verdamping.
Wacht met planten
15 mei is traditioneel het startschot voor de moestuinier om alles in volle grond te planten. Hoewel je hoogstwaarschijnlijk op hete kolen zit, kan je bij droogte toch best nog even wachten vooraleer je begint te planten. Als je in een droge periode je plantjes in de grond zet, is de kans groot dat ze gewoon uitdrogen. En dan hoef je natuurlijk geen grote oogst te verwachten.
Geef een reactie